Kies een methode uit het zakelijke object die u wilt koppelen aan de bewerking DELETE. De methode moet een parameter accepteren voor elke primaire sleutel voor het gegevensobject, of één parameter accepteren als deze het gegevensobject is dat moet worden verwijderd. Voorbeelden: DeleteProduct(Product p) of DeleteProduct(Int32 productID)

Choose a method of the business object to associate with the DELETE operation. The method should accept a parameter for each primary key for the data object or a single parameter which is the data object to delete. Examples: DeleteProduct(Product p), or DeleteProduct(Int32 productID)

Search by Google